Er was eens een meisje dat geen prinses was
Uitzonderlijk mooi was ze ook niet te noemen
Probeerde altijd krampachtig zichzelf te verbloemen
Daarom zat ze altijd achter in de klas
Maar niemand die zag hoe bijzonder ze was
Oplettend en slim maar ook nog heel lief
Nog nooit had zij iemand moedwillig gegriefd
Maar niemand die zag het, ze zat in de pauze alleen in het gras
Daar zag ze op een dag een kevertje aankomen vliegen
Zo eentje met stippen je kent ze vast wel.
Iedereen keek over hem heen, maar niet zij, ze pakte hem snel
Ze wilde haar liefde niet laten vervliegen
Zij kuste heel zachtjes alle zes stipjes,
met piepkleine kusjes met haar fluweelzachte lipjes
So sweet!