Er was eens een kinderloos echtpaar. Het stel had zich met de kinderloosheid verzoend.
Dus niet.
Op een avond kwam de man thuis.
‘Heb je die krullenbol in het trappenhuis gezien?’ vroeg hij aan zijn vrouw.
Ze deelden een voordeur. Een onbekend gezicht op de trap was niet vreemd.
‘Ja. Dat moet een geestverschijning zijn. Hij lijkt op dat kind van Herman en Trudy.’
‘Is die overleden dan?’
‘Ernstig ziek.’ De vrouw liep naar de telefoon en draaide een nummer. ‘Hallo Herman. Zeg, hoe gaat het met Boudewijn?’
‘Ziek, nog steeds.’
‘Weet je dat zeker? Ga eens kijken.’
Even later kwam Herman weer aan de lijn. ‘Hij is koud…’
‘Ik wist het!’
Het echtpaar, slechteriken, leefde nog lang iets gelukkiger.
Recente reacties