Het leek wel of iedereen blij was en niemand haar gezicht zag. Het leek wel of het niemand iets deed dat zij haar tranen de vrije loop liet gaan. Haar stappen op de stoep, hol en leeg en kil. Grijze stoeptegels, net zo grijs als zij was. Ze kon niet omhoog kijken, ze durfde de mensen niet in de ogen te kijken. De schaamte te groot. Haar vuisten gebald en verstopt en in haar jaszakken.
Totdat een tikje op haar schouder haar wegriep uit haar gedachten en haar vroeg of haar schoenpunten mooi waren. ‘Kijk omhoog, kijk gewoon de wereld in!’ Vol verbazing ontspanden haar handen ineens en terwijl ze voorzichtig rondkeek zag ze meer dan veroordeling alleen, veel meer.
mooi