Mijn moeder zei me lang geleden, dat ze hoopte, dat ik ooit de dochter zou krijgen die ik verdiende.
Dertig jaar later kijkt mijn dochter me aan met een blik die ik ineens herken.
“Ga je zo de deur uit?” vraag ik aan haar opgemaakte gezichtje met een te bloot shirt eronder. “Die kleding kan echt niet en is bovendien te koud.”
“Ik moet dus iets anders aan, mijn gezicht schoonmaken en waarschijnlijk is dat een medeling en geen discussiepunt!” roept ze, terwijl ze dramatisch en hard de trap op rent.
“Ja, dat klopt” zeg ik, en bijna wens ik haar minstens twee dochters toe.
Net zo snel van begrip als hun moeder.
Leuk.