Een ongekende woede maakte zich van hem meester. Er verscheen een rode waas voor zijn ogen. Het enige wat hij nog kon was schoppen en slaan. Hij schreeuwde zich het hart uit zijn keel. Een intense haat die hij nog nooit gevoeld had nam het van hem over. Zijn makkers deden mee. Ze moedigden elkaar aan. Met zijn allen waren ze immers veel sterker. Opeens was het stil. Beduusd keek hij om zich heen. Keek hij naar zijn handen. Naar zijn schoenen. Naar zijn stok. Alles was bebloed. Enkele agenten liepen naar hem toe en schatten de situatie in. Het was voorbij.
Een agent nam hem mee voor een evaluatie; hij had voor het eerst samen met de ME geoefend.
Recente reacties