In de trein zit een klein jongetje. Op zijn gezichtje staat te lezen dat hij een mooie dag heeft meegemaakt. Hij
is moe en voldaan, met een dromerige blik in zijn ogen naar een andere sprookjesachtige wereld. Haast
onmiddellijk valt hij bij mama op schoot in slaap, met zijn knuffelhond onder zijn armpje en een minitijger
in zijn vuistje. Mama streelt zacht over zijn hoofdje. Als het jongetje na geruime tijd wakker wordt
is de boze heks er weer. Die heks die hem dezelfde ochtend onvriendelijk en vol ongeduld door een poortje bij het station had geduwd en „ga dan toch!“ had geroepen. Het jongetje is opeens bang dat de heks op hem staat te wachten. Ze zijn er bijna.
Recente reacties