Langzaam bouw ik de spanning op. Niet in het verhaal, dat is luchtig van aard, deze keer. Nee, bij mijzelf. Zonder adrenaline wordt de presentatie niets. Ik heb behoefte aan plankenkoorts, zenuwen moeten door mijn keel gieren. Er moet bijna geen geluid uitkomen, mijn stem moet trillen als een espenblad. Ik had eerlijk gezegd eerder verwacht dat het vanzelf routinematig zou worden maar dat is niet zo. Maar toch is er nog steeds die wens op het laatste moment voor de eer te bedanken. Gelukkig weet ik dat na de eerste zinnen de spanning gebroken is en ik aandacht kan gaan besteden aan articulatie, toonhoogteverschillen, tempowisselingen en wat al niet meer nodig is. Zaterdag in de Penthouse Pub in Leidschendam.
Je doet het vast weer geweldig! Ben ik van overtuigd…
“Maar toch is er nog steeds die wens op het laatste moment voor de eer te bedanken.” Zelf heb ik ook een aantal wensen, maar deze zit er pertinent niet bij. Tot zaterdag, vriend Waldorf!
Gewoon die eerste zinnen uitspreken voordat je het podium betreedt…
Wellicht een leuke prijs voor een volgende 120wedstrijd (met publieks- én juryprijs)?