Hier moet ik het mee doen, qua herinnering, dacht ik toen ik de randen van mijn witte zomerjurk zwart zag worden. Een zomerjurk die ik had gekocht in de winter. Net zoals de schoenen waarnaar ik aan het graaien was. In de winter fiets je niet in sloten, dacht ik, omhoogkijkend naar een Terschellingse berm. Op mij lag een huurfiets die een onheilspellend gekraak had laten horen. Ik dacht aan alle dromen die ik deze winter had gehad. Hoe ik mezelf had zien zitten aan een wit strand, met fakkels en zwoele gedachtes, in de hitte van een exotisch oord. Terwijl ik mijn schoen terugvond droomde ik weg naar de geneugten van de winter: wollen truien, chocolademelk, de warme kachel.
Hemel, wat een desillusie! Maar je had het kunnen weten: voor exotisch en een witte jurk blijft Terschelling ongeschikt.
Wit is de kleur bij uitstek voor huwelijken, in ziekenhuizen, keukens en achterstandswijken (na vliegtuigongelukken), maar niet voor Waddeneilanden. Wit is geen kleur voor leven.
hij was gebroken wit
dat wel
Het was dus je jurk die zo kraakte, niet de fiets!
Dan ga ik ook voor de wollen trui