Dit zijn mijn honderdtwintig woorden voor wie ooit deze planeet zal vinden, als wij er niet meer zijn. Zoals je ziet, echt slim waren we niet. ‘k Weet niet of er nog iets bruikbaars zit in de rommel die we hebben achtergelaten. Eerlijk gezegd, ‘k denk ook niet dat het verstandig is om hier lang te verblijven. Want naast de zichtbare troep, hebben we ook vanalles achtergelaten dat je niet kan horen, ruiken of zien, maar waar je wel van doodgaat. Als je toch graag een of ander aandenken meeneemt, dan heb ik wel een suggestie: zie je dat met gekreukelde alluminiumfolie omwikkelde doosje daar? Daarin zit nog wat van de as van mijn moeder. Zij was een leuk mens.
Mooi!
Doet me denken aan het werk van Ward Ruyslinck.
Mij aan Brusselmans, maar dat is omdat ik maar één Vlaamse scrhijver ken
Veelzeggende woorden.
Van alles. volgens mij zijn het twee woorden.
Wel een gaaf verhaal
Aan wie het doet denken, boeit mij niet. Dit stukje is gewoon erg goed. Dat is het enige dat er toe doet.