In 1965 deden de Amerikanen Wilson en Penzias onderzoek met een grote radiotelescoop. Ze waren op zoek naar heel zwakke radiosignalen en ontdekten een ruis die ze niet konden verklaren, hoe goed ze hun telescoop ook afstelden.
De ruis was dag en nacht waarneembaar, dus niet afkomstig van de zon. De ruis kwam van alle kanten.
Even dachten ze nog dat het aan de duivenpoep kon liggen die zich op de telescoop verzameld had.
Schoonmaken hielp niet.
Het bleek uiteindelijk te gaan om de kosmische achtergrondstraling. Al eerder voorspeld: een soort nagloeien van de oerknal.
Wilson en Penzias kregen de Nobelprijs voor hun ontdekking.
Soms is een stukje al geschreven en is plakken en knippen voldoende.
Wat een bizar verhaal!
Het leek me inderdaad ook al bijzonder. Geboren met kosmische achtergrondstraling, een soort nagloeien van de oerknal, terecht een bijzonder jaar!
Gefeliciteerd Lisette (echt getypt, NIET geknipt en geplakt…) Grt
@Luc: dank, dan ga ik nu de duivenpoep maar weer eens van mijn ramen poetsen….