In stroboscopisch licht komen ze elkaar tegen,
hij beschermt haar, met zijn jas tegen de regen.
Voor de deur, staan, praten, lachen, en vaak stil,
zij hoopt, hij hoopt, denkend wat de ander wil.
Koffie? ze vist een plakkend kopje uit de vaat,
liever niet, hij gaapt opzichtig, het is laat.
Hoe zat dat met het zingen en die kerk?
allemachtig, zweten, dit is het echte werk.
Door het raam dwarrelt licht, een fractie,
op het gebloemde dekbed, dauwig klam van actie.
In het diffuse licht ziet ze eindelijk geen sukkel,
hij ziet in het diffuse licht drie haren uit een pukkel.
Hij stapt op zijn fiets, draait nog om en lacht,
zij poetst haar tanden: Vanavond weer op jacht.
@Menno. Een mooi filmisch stukje!
Bedankt Peter.