In het lokaal zitten twintig politiemensen, de meesten zedenrechercheur. Deze keer schuift een marechaussee aan. Met snor en meer macho.
Hij vertelt over zijn jaren bij de elitetroepen. Zedenzaken zijn voor watjes, maar hij moet meedoen van de baas.
Ik geef les over slachtoffers van verkrachting. Kunnen zij zich indenken hoe het is om je zo machteloos te voelen?
“Machteloos? Dat woord ken ik niet”, stelt hij trots vast. Ik probeer zijn weerstand te omzeilen. Een voorbeeld uit zijn privéleven misschien?
Dan schetst hij het indringende beeld van een brand, en dat hij zijn buurmeisje van drie vergeefs heeft gereanimeerd.
Het kippenvel staat weer op zijn armen, al is het dertig jaar geleden.
Zijn kwetsbaarheid maakt hem pas echt krachtig.
Lisette, meesten zedenrechercheurs…is dat niet dubbelop? Meesten zedenrechercheur? Bedenken…indenken? Een kind reanimeren, reanimeren sowieso…is heel indringend. Hoop het nooit te hoeven doen. Grt
Heb een bij kinder ehbo cursus ook reanimatie gekregen, elke herhalen maar hoop het nooit te hoeven toe te passen.
Maar goed geschreven
@Luc: eens, ook met je taalsuggesties, dank.
@lisaoomen: ik geloof dat ik het gewoon niet zou durven doen….
Verder dank voor het compliment.