We zijn onderweg. Af en toe stoppen we. Dan drinken we koffie en we roken een Dunhill. Meestal staan we niet stil. Meestal rijden we gewoon door. Nu ben je gestopt. Je wil niet meer rijden, niet meer roken, geen koffie. Je bent moe. Rijden valt je zwaar, koffie ook, sigaretten ook. Je wil liggen in de berm. Alsof je een stuk afval bent. Alsof je moet worden opgehaald door een vuilniswagen. Jezelf versnipperen en verspreidt liggen op een berg oud vuil. Ik kan niet stoppen. Ik moet doorrijden. Als ik ook ga liggen dan worden we samen versnipperd. Raap jezelf op. Alsjeblieft. Dan rijden we door, we drinken koffie en we roken Dunhill. We gaan door. We weten beter.
Recente reacties