Als kind in de jaren zeventig werd ik meegesleept in het zoeken naar een klavertje vier in plaats van de duizenden klavertjes drie, die ons op het grasveld omringden. Ik wist wat een klavertje vier was, een zeldzaam bloempje, of beter plantje, dat zelden in het wild voorkwam. Het vinden van een klavertje vier betekende dat je een wens voor toekomstig geluk mocht uitspreken, maar dat je vooral veel geluk had om een klavertje vier in het echt te vinden. Alle ogen waren op je gericht. Het wonder bestond echt! Als je maar goed door bleef zoeken. De aanhouder wint, etc. Later in het leven kom je erachter dat een klaverblad maar een klaverblad is. Nummers werken anders. Niet andersom.
Mooi Peter. Ik heb zitten broeden op de laatste twee zinnetjes, maar behalve dat ze lekker klinken begrijp ik ze niet.
@Willem. Ik ga op voor de Sybren Poletprijs.
Ah, het vernieuwende, experimenterende karakter. Helder!
Ook ik begrijp de laatste zinnen niet…