Ze waren nogal bezig. Typische naoorlogse generatie. Er moest gewerkt en brood op de plank. Eens per jaar gingen ze naar Lichtenvoorde waar haar voorgeslacht ontsproten was. Een voorde is een doorwaadbare plaats. Ook toen had zij al iets met water. Stad van keienslepers en wieg van de normaalste drummer.
Halverwege werd steevast gestopt bij een restaurant met een vijver. Na de koffie liet Mama haar, een onderweggemaakt, papieren bootje te water laten. ‘Bij terugkomst altijd verdwenen’, vertelde ze mij.
En nu stopt ze van tijd tot tijd iets van haarzelf in een soortgelijk bootje. Aan het eind van een heel lang touw zit ik en hengel het naar me toe. En elke dag danst het bootje een stukje dichterbij.
@Arjan. Er moest gewerkt en brood op de plank – Er moest gewerkt worden en brood op de plank komen.
onderweggemaakte – onderweg gemaakt
Eéns per jaar – Eens per jaar
haar zelf – haarzelf
een hele lange touw – een heel lang touw
<
p>@Han. Dankje! Is weer even wennen merk ik (-;
De eerste deel ik niet helemaal met je. Ik snap wat je zegt. Maar werken moet en brood op de plank moet, dat kan toch?
Volgende twee helemaal eens.
En de laatste had ik al veranderd dacht ik.
@Arjan. Blijf lekker oefenen! Maar… de taalpolitie is alert, haha!
@Arjan. Alleen ‘er moest gewerkt’ is geen goede zin. Hier ontbreekt toch echt ‘worden’.
Nee, die elliptische vorm mag en kan, zeker in schrijftaal. En natuurlijk zeker als er economisch omgesprongen moet met woorden…
@Arjan. Elliptische zinnen worden juist in spreektaal gebruikt. Tja, als je economisch om wilt springen met woorden… Ik vind het een kromme zin, maar het is uiteraard aan jou.