Een lijk met de vingers in de oren, een dolksteek, een fles whisky, kapot gevallen op de tegelvloer. Geen verdere aanwijzingen.
“Er zit geen schot in de zaak,” mompelde Van Cuijk tegen zijn assistent Hulsman.
Toen Van Cuijk terugkwam van zijn lunchpauze, hoorde hij een afgrijselijk gejank uit de rechercheurskamer komen. “Hulsman, wat is dat?” riep hij verontrust.
“Ik denk dat we een doorbraak hebben,” zei Hulsman, knikkend naar de doedelzakspeler die voor het raam stond. “Een Schot in de zaak.”
Van Cuijk bekeek de Schot van top tot teen, van de baret naar de kilt en de sgian dubh in de kous met tartan. Hij knikte. “Arresteer de Schot.” Het blauwgroene tartan kon de donkere vlek niet verhullen: bloed.
@Jack. Mooie openingszin, wekt de nieuwsgierigheid op. ‘Een Schot in de zaak.’ Mooie vondst.
Leuk stukje. Graag gelezen.
Van Toffelman of Toffelman, zo vind ik, zou een mooie naam voor een inspecteur of assistent-inspecteur kunnen zijn… Maar misschien wilde je bewust niet deelnemen met het schrijfthema?