De vlam klemt zich stevig om de pit en flakkert mee in de beweging van de lucht die door mijn adem op gang is gebracht. Ik houd mijn gezicht zo dichtbij dat ik de warmte op mijn huid voel. Het kaarsvet ligt vloeibaar in het kommetje van de standaard. De katoenen draden van de pit ontvlechten zich door de verterende kracht van het vuur. Het geeft me een gevoel van bevrijding. Alsof ik door te kijken zelf ontvlecht. Ik stel het moment zo lang mogelijk uit. Het moment vlak voordat het licht dooft. Het moment waarop de warmte in kou vervliegt. Ik pak een nieuwe kaars, ontsteek hem aan de stervende vlam, plaats hem in de standaard en ontbrand opnieuw.
Prachtig. Mooie metaforen. Eerlijk gezegd een beetje jammer van tweemaal ontvlechten snel na elkaar.
@levja Dank! Ik ga nog ff op je opmerking peinzen.
Het frappante is, Hadeke, dat ik na je reactie je stukje hardop heb gelezen en dan komt het ontvlechten van de ik-persoon juist heel expliciet naar voren. Vervolgens ben ik mijn ontbijt gaan maken en thee gaan zetten. Omdat je stukje nog voor stond het weer ‘stil’ gelezen, waarbij het tweemaal ontvlechten weer opvalt. Het is dus niet alleen ‘c’est le ton qui fait la musique’, ook de manier waarop je iets leest. Als je begrijpt wat ik bedoel.
@levja Ik kan heel goed begrijpen wat je bedoelt. Soms laat iets zich beter voorlezen dan gewoon lezen. Bij gedichten heb ik ook wel, dat dan juist het voorlezen minder werkt dan lezen.