Het is koud. Geen tijd voor een schone onderbroek, spijkerbroek aan, vettig shirt: klaar. Als ik mijn Timberlands aantrek stuit ik op een olijf onder m’n linkerhiel, een verstekeling van de oogst van gister. Hinkend op een been giet ik hem mijn laars uit.
Met slaap in mijn ogen wandel ik naar de voorraadschuur. De zon komt op achter de berg, mijn adem blaast vluchtige wolkjes. De grendel knarst opzij en met mijn heup beuk ik de deur open. In de schemering daal ik drie treden af. Shit! Iets kouds en glibberigs slingert langs mijn gezicht. Ik slaak een gil, geritsel van ratten… Wat is dat!
Even was ik vergeten dat we tot diep in de nacht worsten hebben gedraaid.
help zeg ratten!die komen natuurlijk af op het lekkers
@Frutselen in de marge: dat valt wel mee hoor, met die ratten. Het zijn gewoon wilde diertjes die letterlijk een graantje mee proberen te pikken. Ze zijn onvermijdelijk op een boerderij, waar zakken tarwe, haver en nog veel meer opgeslagen liggen als diervoeder en voorraad voor ons in de winter. Het zijn niet die vieze ziekteverspreidende ratten zoals je in de stad hebt.
Mooi sfeerbeeld teken je. Ondanks de ratten doet het me verlangen naar het Mediterrane platteland. Je was natuurlijk wel meteen klaarwakker, haha.
je roept een mooi bourgondisch beeld op