Moedeloos haal ik de vuilniszak weer naar boven. Het is woensdagavond, niet donderdag.
Dronken studentachtige types lopen langs, brallend: Niemand weet, niemand weet dat ik Repelsteeltje heet.
Ik mag van slag zijn, al met al. Mijn zus heeft gebeld dat zij kanker heeft, zij ziet niets in bestraling of chemotherapie en laat weten dat er niemand bij haar crematie moet zijn. Een maaltijd in familiekring na afloop. Uitstrooien van de as in nader aan te geven kluft (zij is net zo gehecht aan de streek als ik, die mijn nom de plume er elders aan ontleend heb). Zij blijkt al eerder gebeld te hebben, boodschap met snik. Die vanavond ontbrak.
Mijn grote zus hoort er gewoon te zijn. Maar neen.
@André: verdriet in 120 woorden beschreven, mooi. Er resten mij wel een paar vragen: Repelsteeltje? Kluft? Nom de plume?
Op Krapuul.nl heet ik Arnold van der Kluft, oorspronkelijk Nol(ly) van der Kluft, naar het Noordhollands duinlandschap. Die Repelsteel is met een eenvoudige enter dunkt mij duidelijk te maken.
@Het verdriet vind ik ook mooi beschreven, zoals Lisette al aangaf. De titel doet mij dan weer onhandig lachen. Als de nabestaanden maar hopelijk in de juiste (wind-)richting staan, denk ik dan zo…
Als het de bedoeling is om een soort van ongemak te creëren, dan moet je dit vooral zo laten. Zo je er een ernstiger stukje van wilt maken, zou ik dit aanpassen. Maar ik ben de schrijver natuurlijk niet.
Ik hoop voor jou dat dit fictie is. Zo niet, dan wens ik je moed.