Na haar zomervakantie verscheen ze weer energiek op kantoor.
Eind oktober ging ze een weekje naar Tenerife. Even de accu opladen.
Wintersport in Oostenrijk deed alle kantoorstress als sneeuw voor de zon smelten.
Tussendoor nog wat stedentrips naar Parijs, Barcelona en Londen, en een midweek naar de Ardennen, om de moed erin te houden.
Een keer per maand kocht ze een NS dagkaart om lekker door heel Nederland te reizen en alles heerlijk los te laten.
Cultuurreizen en natuurreizen werden in sneltreinvaart afgewisseld.
Regelmatige modderbaden en scrubrituelen in ontspanningsfabrieken hadden een weldadige invloed op haar getergde ziel.
Iedere avond nam ze op de divan kleurige vakantiefolders door.
Ja hoor, zo kon ze het makkelijk volhouden tot aan haar pensioen. Absoluut.
Dat zijn de ware divans. Ook de meest positieve diva, denk ik. Leuke insteek.
@Levja. Dit verhaal is denk ik ook zeer geschikt als stemmingsmeter. Afhankelijk van je stemming kun je dit verhaal als heel positief of juist als uitermate negatief opvatten.
Dat proefde ik er ook uit, zeker met de titel.
? Tot nu toe is dit stukje mijn weekwinnaar.
@NeleDeDeyne. Dank voor de mooie medaille Nele.
Dit is dus wat ik zo gadverdamme tegen dit winnaar~schap heb. Maar wie ben ik? Dat iemand die zich heeft gespecialiseerd in de psychiatrie dit wel of niet schrijvers aandoet? Voor mij is de grootste divan zelfs dan te klein!
@Levja. Ik citeer even uit een van je reacties: ‘Gooi het er maar lekker uit.’
@Cesar: Nooit anders gedaan en zal nooit anders doen. Niet commercieel. En nu steek ik gewoon lekker mijn middelvinger op.
Oh, en je mag winnen, hoor!
@Levja. Ik zie het schrijven van deze stukjes, zoals ik bij een van mijn eerste stukjes schreef, als een goede oefening in bondig formuleren. Als het mij om winnen ging, dan zou ik eerder naar de schaakclub gaan, daar ben ik een stuk beter in.
En in de spelregels op deze website las ik dat de weekwinnaar gewoon ‘voor de leuk is,’ dus daar ga ik eigenlijk ook van uit.
Daarnaast denk ik dat er uiteraard ruimte mag zijn voor ergernissen, dat maakt ook deel uit van de mogelijkheden hier, ook als een middelvinger als communicatiemiddel wordt ingezet. Absoluut.
@Cesar: Absoluut.
@Cesar: Ik zie bij je de veer van het hier zogenaamde veel~schrijverschap.
Als ik een man zou zijn dan zou ik zeggen: Triple thumbs up.
@Levja. Ik blijf het een bijzonder eng woord vinden: veelschrijver… veelpleger, dat zijn denk ik synoniemen.
@Cesar: Wie schrijft die blijft, dus ja een veelschrijver toont zich veelvuldig op deze site. Of dit zinvol is? Ik heb zo het idee dat daar de meningen ernstig over verdeeld zijn.
@Levja. Ik stuur momenteel mijn schrijfsels op naar vier verschillende verhalensites en die hebben allemaal hun eigen charme. In die zin is het voor mij in ieder geval al zinvol genoeg.
@Cesar: Ik durf het bijna niet, toch haal ik Shakespeare aan met het befaamde ‘To be or not to be.’
@Levja. Dan haal ik het existentialisme van Sartre aan:’De teerling is geworpen.’
@Cesar: D’accord. Les jeux sont faits.
@Cesar. Op diverse sites heb ik verhaaltjes van je gelezen. Wat me opvalt is dat je altijd ervoor kiest in de o.v.t. te schrijven. Dat is heel veilig.
Probeer eens in de o.t.t. te schrijven. Dat is spannender, zeker voor de lezer.
@Ewald. Dank voor je feedback, altijd nuttig. De voornaamste reden dat ik in de o.v.t. schrijf is geen gemakzucht of luiheid, maar dat is omdat ik het liefst anekdotische verhalen vertel en m.i. past de o.v.t. daar het beste bij, vooral qua ritme. Carmiggelt kon dat trouwens goed: anekdotische verhalen in de o.t.t. schrijven.
Een tweede reden is dat de romans die ik vertaal grotendeels in de o.v.t. zijn, en ik de verhalen die ik schrijf als een oefening beschouw in het vinden van de juiste formuleringen (in de o.v.t.)
Een derde reden is wellicht dat al mijn favoriete schrijvers voornamelijk in de o.v.t. schrijven.
(zie vervolg hieronder)
@Ewald. Maar t.z.t. zal ik zeker andere vormen uitproberen: dialoogvorm, o.t.t., experimentele verhalen, diverse genres, etc. En wie weet pakt dat dan wel goed uit; kwestie van proberen.
@Ewald. Nog een kleine aanvulling: wat jullie dus bij mij lezen is in eerste instantie niet een schrijver die aan het woord is, maar een vertaler die aan het oefenen is. Mocht ik de pretentie krijgen om zelf schrijver te worden, dan mag ik eerst nog wel minstens 1000 van zulke stukjes schrijven, voordat ik de volgende stap zet…
@Ewald. Nog een aanvulling: Mijn 120w verhalen ‘120w brilletjes’ en ‘Topgeheimen,’ zijn (deels) in de o.t.t. geschreven, die leenden zich daar wel voor vond ik; dus ik heb het al wel geprobeerd…
@Cesar. Jij kunt jezelf beschouwen als vertaler die aan het oefenen is, voor de lezer ben je een schrijver.
Voor de een is schrijven een passie, voor de ander een obsessie, voor weer een ander een oefening en voor sommigen een therapie. Lezers willen daar geen wetenschap van hebben en rekening mee hoeven houden.
Gisteren heb ik op Schrijverspunt een aantal 55w-verhalen van je gelezen. Waardering voor je stijl en fantasie, maar steeds valt het me op dat je inderdaad anekdotes vertelt. Ik vind het spannender om getuige te zijn van een gebeurtenis. Misschien een kwestie van persoonlijke smaak.
@Ewald. Ik begrijp je argumenten en ik denk dat je pas echt meer spanning krijgt als je langere verhalen schrijft, want dan kun je bijvoorbeeld een wisselwerking hanteren van vertelling, beschrijving, gedachten en dialoog.
Verder denk ik dat we allemaal een soort ‘natuurlijke schrijfstijl’ hebben die bij ons past en sommige lezers zullen iemands (vaste/persoonlijke) stijl wel waarderen en anderen hebben gewoon andere verwachtingen van teksten. Neem b.v. de Finse schrijver Paasilinna. Die schrijft altijd in exact dezelfde humoristische stijl. Er zijn lezers die het na één zo’n boek voor gezien houden en er zijn er die voor de boekhandel staan te dringen om zijn nieuwste boek te kopen.
In ieder geval dank voor je feedback, altijd goed.
@Ewald. En ik begrijp uit je reacties dat je het gevoel hebt dat ‘er meer in zit,’ voor wat betreft mijn schrijfsels, anders zou je niet de moeite nemen om een en ander mee te delen. De toekomst zal uitwijzen hoe zich mijn (creatieve) schrijfsels ontwikkelen.
Ik heb nu her en der op het internet 45 microverhalen gepubliceerd, maar ik kan zelf denk ik pas (enigszins) evalueren als dat er zo’n 300 of 400 zijn.
Een mooie naam heb je sowieso al. Het stukje weet ik al niet meer waarover het gaat. Maar de reacties lezen als een feuilleton dat nog lang mag doorgaan. ?
@Cesar. Gefeliciteerd. Zojuist zag ik dat je vanavond ook nog tot veelschrijver bent gepromoveerd. Naar jouw eigen zeggen staat dat zo’n beetje gelijk aan veelpleger. Volgens mij is 120w tamelijk onschuldig, maar misschien vergis ik mij.
@Ewald. Dan heb je een vooruitziende blik gehad, Ewald. Bij het tweede stukje dat ik op 120W publiceerde, schreef je al: ‘Eindelijk weer eens een crimineel in ons midden.’
@Cesar: proficiat! Maar de enorme discussie daarna gaat helaas niet echt over de inhoud van je stukje. Discussie met Ewald is weer wel leerzaam. Ik probeer soms stukjes te herschrijven op basis van de adviezen.
Op welke andere sites schrijf jij nog meer? In 55 woorden??
Gefeliciteerd
@Ewald. Ik zie toevallig net dat ik in ieder geval één medestander heb. Deze maand op ‘Schrijven online’in de rubriek ‘Dit zijn de 10 meest gemaakte fouten tijdens het schrijven’ bij tip 3 (Het is natuurlijk maar één mening van één schrijfster, maar misschien toch eenn aardige toevoeging: 3. De gekozen tijd is niet altijd de juiste tijd
Veel beginnende schrijvers kiezen om de een of andere reden voor het schrijven in de tegenwoordige tijd. Vaak omdat ze denken dat het verhaal er spannender door wordt. Meestal is het tegenovergestelde het geval. Een mooie eyeopener die Trujillo gaf: als je een goede vriend/vriendin iets vertelt over wat je hebt meegemaakt, doe je dit ook automatisch in de verleden tijd. Veel verhalen worden achteraf verteld: dan is het al gebeurd. Schrijven in de tegenwoordige tijd kan natuurlijk wel, veel auteurs doen dat ook, maar Trujillo ervaart dat verhalen van beginnende schrijvers het best uit de verf komen in de onvoltooid verleden tijd.
@Frank. Dank je wel.
@Lisette. Ik heb in de rubriek 55woorden van Schrijverspunt al een reeks verhalen. Dat is helemaal een kunst, een verhaal in slechts 55 woorden opschrijven. Op Sweek heb ik een paar verhalen en op microverhalen.curiozy.net inmiddels zo’n 12 verhalen. Die schrijf je daar aan de hand van foto’s. Ook zeker de moeite waard. En t.z.t. ga ik eens proberen in b.v. het Engels en het Spaans verhalen op te sturen naar sites.
@Cesar. Gefeliciteerd!
@Han. Dank je wel Han.
@Cesar. De meningen hierover lopen zeker uiteen. Mijn ervaring is juist dat beginnende schrijvers vooral in de verleden tijd schrijven.
Laat ik een voorbeeld geven om mijn standpunt te verduidelijken:
De jonge vrouw liep zelfverzekerd naar de bar en bestelde een whiskey.
De jonge vrouw loopt zelfverzekerd naar de bar en bestelt een whiskey.
De eerste zin neem ik voor kennisgeving aan; er wordt mij iets verteld. Als lezer is mijn rol passief.
Bij de tweede zin zit ikzelf in die bar, ik ben er getuige van, ik zie die vrouw. De schrijver laat mij actief aan het verhaal deelnemen.
Als lezer vind ik dat boeiender, spannender.
Maar zoals eerder gezegd, het blijft een kwestie van smaak.
@Ewald. Mooi voorbeeld. Komt zeker goed uit de verf die zin van je en klinkt ook veel actueler, maar zoals ik eerder liet doorschemeren: als je meerdere van zulke zinnen achter elkaar plaatst, zit je er als lezer weliswaar steeds bovenop, maar je haalt m.i. het ritme uit het verhaal en als ik moet kiezen, als lezer en als schrijver, kies ik (in eerste instantie) voor ritme in een tekst i.p.v. een directer aanwezigheid bij wat er gebeurt. In ieder geval blijft dit een kwestie om in de gaten te houden. Bij dit soort dingen heeft uiteindelijk misschien niemand helemaal gelijk, daarvoor is de materie wat te ongrijpbaar.
Van harte!
@Hadeke. Thanks.
Gefeliciteerd. (De medaille heb je al, haha.)
@NeleDeDeyne. Ja Nele, de medaille had ik al een mooi plekje gegeven. Meestal moet ik eerst een prestatie leveren voor een beloning, maar bij jou werkt dat blijkbaar omgekeerd…
(@Cesar: mijn persoonlijk beloningssysteem staat helemaal los van wat groepen denken en doen… )