In ons onlieflijke stadje bivakkeerde een aantal decennia geleden een zwerver. Tegenwoordig zijn hier wel meer dak- en thuislozen, maar deze was toen, in mijn ogen, een uitzondering.
Niet alleen vanwege zijn tamelijk onverzorgde uiterlijk en de lucht die hij verspreidde, maar ook vanwege de uitgebreide verzameling voornamelijk lege bierflesjes die hij bij zich had.
Op zijn hoofd droeg hij een gebreide muts, die net zo vet was als zijn haar en volgens mij waren haar en muts met elkaar vergroeid.
Deze zonderlinge figuur rookte overigens niet, maar hij pruimde tabak.
Tegenwoordig wordt dat bijna niet meer gedaan, gelukkig maar, want het pruimen levert een overschot aan speeksel op en daar moet je als pruimer wel vanaf.
Smerige, bruine fluimen.
@KarinMartina: herkenbaar verhaal. Volgens mij wordt je verhaal (nog) sterker als je de zinnen wat korter maakt.
Goed verhaal en ik ga met Lisette mee.
Dankjewel @Lisette en @Levja, Ik ga korte zinnen oefenen. Lastig.
@KarinMartina. Aardig stukje, maar het eind vind ik helaas niet sterk.
@Han Maas, Ja, ik had wel iets meer dan 120 woorden willen hebben..
@KarinMartina. Ja hoor, dat begrijp ik. Zie het alsjeblieft niet als verwijt.
@Han Maas, Ik zie het zeker niet als verwijt. Het blijft schaven en schuren, soms iets te veel, zoals hier.
@KarinMartina. Gewoon lekker doorgaan!