Roger was een slechte thesaurier. Als schatbewaarder van de Thesaurus Linguae Latinae had hij nog veel te leren. Het naslagwerk sprak echter slechts boekdelen en wartaal. Even overwoog hij contact op te nemen met conculega Sean en mevrouw Geldstuiver, maar zij gaven niet thuis.
Achter het woord thesaurier had hij nog het woord quaestor zien staan. Maar Roger had niets met synoniemen, laat staan met hyperoniemen of hyponiemen. Als houder van het ontsluitingsmiddel, waarbij unieke concepten door hiërarchische, equivalente en associatieve relaties verbonden zijn, die voorzien in een semantisch netwerk voor het toegankelijk maken en koppelen van collectiegegevens, wist hij niet hoe de sleutel in het slot te steken. Hij voelde zich verbannen in een talig doolhof, een slechte conquastordor.
Ook Daniel, Pierce, Timothy, George, David en Barry gaven niet thuis. Helaas. 😪
ik mis alleen nog de claviger, zo noemen ze op een Rotterdams gymnasium de concierge
Concierge 007! Dank voor je reactie José. 👍