Hij was er al vroeg bij. Publius Valerius Publicola. De eerste schatbewaarder in de Romeinse tijd. Voor Jezus Christus wist hij al waar Abraham zijn mosterd moest halen en ook in welke hoedanigheid.
Toentertijd was het zoete zwarte vocht al goud waard. Had hij zijn nakomelingen maar beter geïnstrueerd, dan waren ze nu poepierijk geweest en machtig. Had Publicola het receptuur destijds beter uitgewerkt, ten gelde gemaakt, gepatenteerd en doorgegeven, dan hadden zijn nakomelingen niet zoveel armoede geleden.
Quaestor toutalis riskantos nixos approciendos e pechos. Het zij zo. De knip op de beurs, dat moest Publicola houden van zijn vrouw. Sinasprilla Sevenuppes heeft hem weerhouden geschiedenis te schrijven. Een godendrank heeft eeuwenlang helaas het licht nooit gezien, onbeproeft tot 1886.
mooie taalvondsten weer Mien
En nu graag in volgorde van mooist – heel mooi – mooi. ? ?
@Mien. Leuk stukje. Dat latijn gaat boven mijn pet. Maar onbeproeft moet onbeproefd zijn.
Hoe zit het dan precies met dat kofferschip?
Ik noem het Kofschip. ProeVen, proefde, geproefd.
O ja, het fokschaap. Kokkie zijn klepel effe niet weten te vinden. Ongehoord. Helemaal vergeten. Thanx!
Zoiets als de bruine vos die over de luie hond springt, maar dan anders. ?
Knap!
Dankjewel Levja. ?