De man die bergen bouwt begint altijd aan de top. De top is het hoogtepunt van de berg, zegt hij: waar het om gaat. De rest dient ter ondersteuning.
Het bouwen van een berg betekent jaren zwoegen. Rots, zand, ijs met een kruiwagen omhoog brengen en deponeren. Modelleren en bijwerken met een troffel. Naarmate de berg vordert hoeft het materiaal natuurlijk minder ver omhoog gebracht te worden, aangezien hij van boven naar beneden wordt aangelegd. Daar staat tegenover dat er steeds meer nodig is omdat de basis natuurlijk breder is.
In het Tsjerskigebergte heeft de bouwer zich verrekend in de benodigde hoeveelheid materiaal voor een berg. Deze bereikt niet helemaal de grond maar houdt daar zo’n zeven meter boven op.
Grappig!
Een luchtkasteel!