De vogels zingen dat het een lieve lust is, het zonnetje piept net boven de huizen uit mijn kamer in. Ellen nestelt zich in de warmte met een kopje koffie. Frits kijkt haar trouwhartig aan, kwispelt lichtjes met zijn zware zwarte staart. Het stof dat op het laminaat ligt wuift omhoog en dwarrelt in de zonnestralen weer naar beneden.
‘Frits, tijd voor een stofzuigactie zo meteen en dan gaan we wandelen, het park roept ons,’ zegt Ellen.
Ze zet het raam wijd open: ‘Hoor eens hoe de mezen, roodborstjes en zelfs ‘ ’n Vlaomse’ tegen elkaar in zingen. Oorlog is het daar, ze verdedigen hun territorium. Zo’n oorlog, die wil je wel!’
Frits antwoordt met nog meer opkloppen van alle stofdeeltjes.
@Marie. Leuk, weer een verhaal over Frits. Je begint met ‘ik’ en vervolgens lees ik ‘Frits’ bazin en ‘ze zet het raam…’ Wie is wie?
Inzingen moet zijn in zingen. Zo’n oorlog zou ik als nieuwe zin beginnen.
@Marie. Het is trouwens: zo’n oorlog, die wil je wel. (De oorlog, dus die.)
Dank je Han. Weer niet goed opgelet, aangepast nu!
Marie, graag gedaan!
Het leest nu een stuk beter Marie. Fri(t)s lentestukje zo. Met diverse actoren. ? ? ? ? ? ☀ï¸
Als ik een staartje had, zou ik ook gaan kwispelen.
@Marie, leuke observaties! Ik vind het ook nog altijd wonderlijk dat de territoriumstrijd bij vogels zingend wordt gestreden.
Dank je Mien, je vergeet Actor Han gelukkig niet!
Dank je Levja, een hondensnuffel retour van Frits!
Dank je Lisette, ja gek hè, het klinkt zo opgewekt en vrolijk in onze oren!