‘We oriënteren ons steeds op een nieuwe stip aan de horizon. Zo verbinden we de stippen tot de tekening van ons leven.’
Job had het mooi verwoord bij de start van onze roeireis om de wereld.
‘Onze boot heet De Eenling, omdat het de notendop is die wegdrijft van de boom waar hij ontstond, weg van de aarde waar hij wortel had kunnen schieten.’
Job was meester van de woorden. Hij wist het geld binnen te hengelen. Ik ben van de kracht en het pragmatisme. En flauwe woordgrappen.
‘Good Job.’
Maar Job was zwak, misselijk, had de kracht niet meer. Toen de woorden stokten, wierp ik hem overboord.
Ik roei en houd me niet meer bezig met stippen en horizonten.
Die laatste zin doet het.
Wreed mooi topstukje.
Een wereld in weinig woorden. In mooie woorden.
Rond gedicht in proëzie. Inderdaad een topstukje, met een prachtige titel. Graag gelezen.
Prachtig stukje met prachtige titel!
Dank jullie wel. We blijven voorlopig nog even rond dobberen.
arme Job met zijn ‘job’ die wordt geofferd