De bermen van het dorp zijn recentelijk opgesierd met felgroene afvalbakken op palen: Bevoorraad met plastic zakjes (geeneens tien cent!) en aan de voorzijde voorzien van een opening om de gevulde plastic zakjes in te deponeren. Opgesierd met een opdruk van een vrolijke viervoeter en daarbij de tekst: ‘Daar trappen wij niet in’. Dat wist ik al, want meestal staat de nietsvermoedende niet-hondenbezitter met zijn geprofileerde wandelschoenen in het dierlijk restproduct.
Hondje deed zijn behoefte. Het baasje had er vandaag niet op gerekend dat haar viervoeter voor een tweede keer door de achterpootjes zou zakken. Met een al gevuld zakje bungelend in haar linkerhand keek ze schichtig om zich heen. Openpeuteren ging niet meer.
Ik knikte begripvol.
Een gevalletje overmacht.
Alice, toch kunnen we tegenwoordig gelukkig over straat lopen, zonder voortdurend te moeten laveren.
De anti-poepmaatregelen werpen langzaam maar zeker vruchten af. En hartjes.
Dat is zeker waar Ewald. Ik ben ook blij met dit initiatief van de dorpsraad!