Cora zit in de borstzak van mijn wintertrui, alleen haar muizensnoetje steekt er uit. Het is kerstavond, we zijn in Schlangenbad, in een leegstaand boshuis, iets ten noorden van Mainz. Ik ben in het zwart gekleed, als een inbreker, ik voel me net een inbreker en jawel: ik ben een inbreker. (Mijn tandenfee wil dat ik reistotems neem.)
Ik sta voor de porseleinenkast.
Onwennig neem ik een bord vast. Er staat een kalkoen op afgebeeld.
Cora piept ongeduldig. ‘Vooruit.’
Ik gooi. De teljoor breekt en er hupt een kalkoen door de woonkamer.
Nu snap ik het.
Ik bevrijd ze allemaal, het hele servies gaat eraan, bord voor bord. Het klinkt als een rinkelend metrum van uitéénspattend porselein en dankbaar vogelgeroep.
Prachtig gevonden de metafoor voor Kerst. Of begrijp ik je verkeerd?
Je bent net Obama, die laat de kalkoen ook vrij! Dierenverhalen, je spreekt naar mijn hart.
@Marie: de metafoor voor Kerst?
Dank voor je waardering, ik schrijf er morgen nog eentje.
Een hele mooie weer, Nele, met bijzondere woorden zoals ’teljoor’
Grandioos
Ik bedoel de kalkoen, als metafoor voor kerst.Vandaar mijn opmerking over Obama!
Ik zie (en hoor) het zo voor me.
Bedankt allemaal. (Ik hou het vervolg voor volgende week, ben reeds benieuwd naar het volgende themawoord.)
@Marie: nu vat ik het. (Ja, ik zag te veel opgevulde kalkoenen, van de week, in de beenhouwerij.)
@Nele. Leuke fantasie, goed geschreven!