Als ik naar buiten kijk is het donker. Niet helemaal. De maan schijnt en de buitenlamp werp zijn licht vanaf de buren mijn tuin in. Ik sluit mijn ogen. Dan weer open.
De zon schijnt, het zwembad ligt uitnodigend klaar om in te duiken.
Weer sluit ik mijn ogen. Even maar. Nu zie ik hoe een man een lijk in de groencontainer propt. Ik schrik. Wil opspringen. Nee. Ogen sluiten. Tot tien tellen. Openen.
De binnenplaats van een kasteel. Varkens en kippen lopen in het rond. Door de poort rijdt de ridder op zijn paard naar binnen. De heer des huizes. De aanjager van de fantasie. Op de onbegrensde superkleine binnenplaats van 120 woorden fantasie rijdt hij, Frank en vrij.
De aanjager van de fantasie. Mooi.
Even een t achter bij de buitenlamp werp …