Heel langzam biggelt ie over mijn wang. Dichtbij me wil ik hem houden, eigenlijk niet laten gaan. Opgeborreld, ontsproten die vanuit een klein waterzakje, verstopt achter het oog. Ik ben er zuinig op. Behalve in een jolige bui. Dan ontploft de boel. Vermenigvuldigt zichzelf. Dan stroomt een geluksrivier dwars door de diepe groeven in mijn gezicht. Glijdt en watervalt over mijn rimpels. Als ze handjes zouden hebben zouden ze hard voor zichzelf klappen. Uit pure vreugd.
Maar niet deze kraan. Ik wil hem opheisen, optakelen met zacht gesnuif. Weer binnenhalen, dat stuk verdriet. De buitenwacht heeft zo lang lopen peuren en porren, ze vat me bij mijn kloten. En toch, uiteindelijk laat ik de rouwmunitie vallen, heel langzaam en ontwapen.
Schitterend!
Rouwmunitie is een mooi woord.
Mooi, Mien.
Ik mis een peetje. Die moet diep zijn.
Prachtig!
@Mien. Mooi! Opheisen moet zijn ophijsen.
De kraan is dorstig Han. Verslikt in een eitje.
Prachtig!