‘Nog een jajem, Kees?’
Jaja, nu poeslief doen. Ik vertrouw dat wijf voor geen cent. Als ze de kans krijgt me te vernachelen, grijpt ze em.
‘Een pikketanissie gaat er altijd in, Sjaan,’ roep ik terug. Ik bied haar wel altijd de eerste slok aan, zodat zij de pineut is voor het geval dat …
Ik werk me helemaal het leplazerus en zij doet niets anders dan mij in de zeik nemen.
Vandaag op straat fijne stuf gescoord voor een habbekrats. Die ga ik natuurlijk niet zelf versjacheren.
‘Hé, Sjaantje, wijffie van me, zou je iets voor me willen doen?’
‘Nee, lapzwans, dat is me veel te link. Geen zin om in de lik te logeren.’
‘Schijtlijster.’
‘Nog een afzakkertje, Keessie?’
Wat een moordstukkie Nel. Leuke Amsterdamse klucht. Misdadig!
Leuk stukje, Nel. Als ik een suggestie mag doen: verpatsen i.p.v. verhandelen.
Dank je. Mien.
Ewald, bedankt, goede suggestie.
Dit is een eerste versie voor de wedstrijd. Ik blijf nog wel even sleutelen.
Haha, Nel: dit is raar lezen. Dat ben jij niet. Zulk taaltje ben ik van jou niet gewend.
@Nel. Leuk, ik moet gelijk aan Johnny Jordaan denken. Aanhalingsteken openen vergeten voor Nog een afzakkertje.
Haha, Nele. Amsterdamse vrienden en lang wonen in die stad zijn goed voor je Bargoens.
Dank je, Han. Ik pas het aan.
Versjacheren, nog mooier. Goed gevonden, Nel.
Dat zijn 121 woorden
Nee Martijn, wij tellen het beletselteken (de drie puntjes) namelijk niet mee als woord (MS Word doet dat bijvoorbeeld wel). Het is immers geen woord maar een leesteken.