Ze leek op een stropopje, gebronsd door het buitenleven en de zon. Haar stem klonk eveneens als gedroogd gras. ‘Je bent hees,’ zei ik.
Ze tekende een vierkant in de lucht. ‘Iedere keer als we in formatie moesten staan, maakten we een vierkant. En dan moesten we roepen naar de vlag die gehesen werd.’
Ik had ineens door vanwaar de heesheid kwam.
Ze viel in slaap op de bank. Haar wangen gloeiden als gebakken oven-tomaten. Haar blonde krullen waren zo gefriseerd dat Bob Marley er kaal bij leek. Voor een vogel-afschrikwekkend effect was haar engelengezichtje veel te lief. Ik vond er een nest van twee bosduiven in. Mijn dochter was zeven en had voor de eerste keer een scoutskamp meegemaakt.
Wat mooi: ‘haar stem klonk als gedroogd gras’
En zo herkenbaar, de thuiskomst na een kampweek: Niet veel te vertellen (morgen misschien) en slapen, heel veel slapen.
@Alice: de was is bijna helemaal weg
.
Haha, da’s óók herkenbaar Nele.
Leuk Nele, autobiografisch?
@Ingrid: een beetje bio-autografisch ja. (Behalve de nesten van de bosduiven.) Ik vergeet dat beeld van mijn leven niet meer. Ondertussen is ze al zeven centimeter boven mijn hoofd gegroeid.
@Levja: het ongewassen wasgoed rook/walmde dan ook nog eens naar gras en hooi.
Wat een heerlijk stukje. Ik ben dol op tomaten. Dus ook op haar wangen.
Prachtig!
Heel mooi en herkenbaar. Maar dat roepen naar de vlag…ik heb er altijd moeite mee gehad.
Erg mooi, ontroerend, dat nestje van bosduiven.
Mooi, teder, ontroerend, Nele.
Nele, met je laatste zin maak je het stukje compleet.