De boeg kliefde door de golven.
‘Twaalf knopen!’ hoorde hij de tweede stuurman roepen. Hij balde zijn vuist en knipoogde naar de koksmaat.
‘Windkracht!’ riep hij. ‘Er gaat niets boven windkracht, jongen!’
De koksmaat knikte heftig en wees glunderend naar de horizon achter hen, waar een zwarte rookpluim steeds kleiner werd.
‘We laten hem ver achter ons, kapitein!’ schreeuwde de jongen opgewonden.
Hij benijdde hem. Met een glimlach dacht hij voor een kort moment aan zijn eerste vaart.
De jongen had ook kunnen aanmonsteren op zo’n nieuw stoomschip dat ze twee uur geleden voorbijgestoken waren.
Geen schip was zo snel als zijn klipper.
Zijn tong gleed over zijn bovenlip en hij proefde het zout.
‘Vanavond extra rum voor iedereen, jongen!’
Heerlijk die strijdlust van die actieve zeelui!
Ik likte na het lezen van je tekst voorzichtig over mijn lip en proefde tot mijn grote verbazing ook het zout!
Rolf van der Leest + hartje
Tja, die allereerste stoomschepen schijnen niet veel zaaks te zijn geweest. Ik vermoed dat je ook de allereerste auto’s makkelijk met een goed renpaard voorbij galoppeerde.
@Han, mooi, Han. Ook ik waande mij even op de klipper. Had graag met de mannen in het onderste rum gedronken en mij op de voorplecht laten inspireren. Hartje. Mmm, klinkt ook technisch: voorbijsteken.
Mooi bedacht, windkracht beter dan stoom en ook goed uitgewerkt. Hartje van mij.
Het stukje was veel sterker geweest als de titel Vooruitgang was geweest… dan wordt het ironisch. Nu is het niet veel meer dan een observatie zonder spanning.
Ik vind dit sowieso een stukje dat het meer van ironie dan spanning moet hebben. Of de titel dan ‘Vooruit’ of ‘Vooruitgang’ wordt, maakt voor voor mijn gevoel weinig uit.
Dag Rolf,
Dank je. Welkom aan boord.
Dag Hay,
Dank je.
Het Suezkanaal was de nekslag voor de klipper.
(Ik meen me te herinneren ooit gelezen te hebben dat er in Engeland in het begin iemand met een rode vlag voor de auto moest lopen. Dat schoot denk ik niet erg op.
Dag Jack,
Dank voor je mening.
Dag Hay,
Tragiek en hoop (tegen beter weten in).
Daar hou ik het op.
Dag Mili,
Dank je.
Wie weet? Ze schijnen weer in opkomst te zijn
Beste Hay,
De scheepsjongens van Bontekoe! Pikbroeken en scheurbuik!
Kielhalen en een ouwe die troost zoekt bij de ouwe jenever.
Sinds Nederland nauwelijks nog een handelsvloot heeft, worden dat soort verhalen meer en meer historie.
Hier dicht tegen de ironie geschreven.
Met vriendelijek groet + hartje,
Chris
Dag Chris,
Dank je.
Waar tragiek en hoop schurken, loert de ironie.
@Han. Niks vernieuwing. Gewoon door ploeteren, des te beter smaakt de beloning aan het einde van de dag
Dag Karin,
Dank je.
Maar dat kolen scheppen voor zo’n stoomketel was volgens mij ook geen luizenbaantje
Voorwaarts Han!
Vanavond haal ik de mede uit de scheepskist!
Cheerio!
Dag VmetdeVork,
Geen slecht idee. Proost.