‘Het maalt de hele tijd door mijn hoofd.’
‘Begrijp ik. Het is ook heftig.’
‘Ik kom er maar niet los van.’
‘Probeer je gedachten te verzetten. Ga hardlopen, fietsen of kijk een film.’
‘Jij hebt makkelijk praten. Als ik niet zo stom was geweest dan was het niet uit de hand gelopen. Had ik me maar beheerst.’
‘Je zelf verwijten maken helpt niets. En het was jouw schuld niet.’
‘Het was mijn schuld. Honderd procent.’
‘Jij kon er niets aan doen. Geloof me.’
‘Het blijft maar malen. Als ik. Had ik maar. Als ik. Had ik maar. Ik krijg die fatale maaltijd niet meer uit mijn kop.’
‘Johan Molenaar stop dat gemaal, het wordt een obsessie.’
‘Obsessie? Lazer op idioot.’
Je dialoog klinkt natuurlijk en komt best overtuigend over. Wel jammer van die laatste regel. Dat abrupte einde komt voor mij uit de lucht vallen. Het lijkt of je daar plotseling merkte dat je woorden op waren.
Dank voor je reactie Hay. Heb stukkie eerst in mijn hoofd uitgedacht. De laatste regel stond als eerste op het scherm, ben daar naar toe gaan schrijven. Johan had zich bij fatale maaltijd ook al laten gaan.
Dan was mijn indruk fout. In het hoofd van de lezer wordt het wel vaker een ander stukje dan in het hoofd van de schrijver.