‘Ach, weet je? Mensen zijn al gauw geneigd te denken dat ik geen oog heb voor het esthetische.’
De grootindustrieel liet even een stilte vallen, legde zijn linkerhand op mijn schouder en maakte met de rechter een wijds gebaar. ‘Maar kijk eens om je heen, denk eens vrij.’
Ik volgde zijn armgebaar en vergenoegde blik, bekeek de bruine rivier die dik olieachtig met grote schuimvlokken aan ons voorbijtrok, de schoorstenen aan de horizon die zwarte dampen uitstootten, en luisterde naar de cadans van goederentreinen die in een nietsontziend ritme de stalen brug als geluidsversterker gebruikten.
‘Harmonie, jonge vriend, is overal te vinden. Als je er maar voor open staat. Mensen zoals jij zouden daar wat meer moeite voor moeten doen.’
Beste Han,
Dit zijn de mensen ,die steeds roepen dat er minder regels moeten komen.
Helder portret van een onaangenaam portret.
Met vriendelijke groet +hartje,
Chris
Ja, hoe relatief kan alles zijn? De waarde der dingen hangt af van je perspectief.
Of misschien toch niet helemaal…?
Wabi-sabi.
Tekstueel lijkt me dat de derde zin direct achter de dialoog hoort: het is toch de grootindustrieel die ook de eerste twee zinnen spreekt? Er is tussen de eerste en tweede alinea dus geen wisseling van perspectief of zo.
Dag Chris,
Dank je.
Nu ben ik wel voor minder regels, maar dan toch weer met mate.
Groet
Dag Hay,
Volgens mij
is alles relatief.
Dag Schlimazlnik,
Maar dan laat hij geen stilte vallen op een door mij gekozen moment.
De bruine rivier die voorbijtrok ging heel even met mijn verbeelding aan de haal, maar ik geniet van je schrijfstijl en de manier waarop je een beeld neerzet in 120w. Mooi!
Han Kols heeft een stevig verhaal geschreven.
Wat dat betreft fantaseer ik over verstandige regels en dan toch weer met Maten.