Op een vrije ochtend bezocht ze samen met haar zoontje haar ouders. Terwijl ze de verhalen over de vele tandartsbezoeken van haar moeder aanhoorde genoot ze van haar rust en een bak koffie. Junior vermaakte zich ogenschijnlijk prima in de hoek met speelgoedautootjes.
Na drie kwartier had ze genoeg van het geklaag over boren en verdoven en ze vroeg de kleine vent de autootjes weer op te ruimen. Ineens keek ze in een paar verdrietige kinderogen.
Op de vraag wat er aan de hand was snikte de kleuter bijna onverstaanbaar ‘Oma moet niet gekleurde tanden krijgen!’
Het duurde even voor ze begreep dat hij ongemerkt alle tandartsverhalen had meegekregen en bij het woord stifttanden een heel eigen beeld had gevormd…
Leuk verhaaltje
Hihi leuk verhaal. Een
tje
@Lorette, het verhaal zou leuker zijn om te lezen wanneer de ik-vorm gebruikt zou zijn. En nog weer leuker wanneer het ook nog eens in de tegenwoordige tijd zou staan.
– tussen werkwoorden en persoonsvormen dient met een komma te plaatsen.
– het is zich een beeld vormen.
Ah, leuk. Wie weet bestaat dat ook wel voor extravagante types.