Hoe ik mijn best ook doe, ik zie niets. Mijn ogen proberen het felle licht te ontwijken. Als ik knipper, vormen zich dansende vlekken op mijn netvlies.
Het zal me niet lukken om hieraan te wennen. Nooit. Voor de vijfhonderdste keer zal ik sterven. Het metaal weerspiegelt in het licht en heeft me al verwond. Langzaam glijd ik weg. Een overgang naar de eeuwigheid. De eeuwigheid waar ik eigenlijk al jaren in ronddool.
Ik ben oppermachtig, de heerser van het moment. Hier ben ik voor geboren.
Al het geruis verstomt. Geen vleugje wind, geen hoest die me zal verstoren.
Ik haal diep adem:
‘En de rest is stilte.’
Mijn afgang gaat vergezeld van een daverend weergegeven open doekje.
Hamlet. Zijn.
Mooi, je krijgt behalve een open doekje. ook een
Ik vermoedde al dat iemand deze invulling aan het themawoord zou geven. Mooi gedaan. Ik zou in de derde zin ‘ermee’ schrappen. Nu staat er eigenlijk dat hij met het felle licht knippert, al zal waarschijnlijk niemand het zo opvatten.
Dank jullie wel Dana en Hay.
@Hay scherp opgemerkt. Ik heb het verbeterd. Tja, en iemand moest het doen.