Zijknat geregend onder de pergola. Of dwars door de pergola?
Maken ze die dingen niet waterdicht? Hij mompelde wat binnensmonds. Deze wereld leek niet op hem afgestemd. Op de een of andere manier leek alles te klein.
Hij keek beteuterd naar het minuscule deurkrukje in zijn enorme hand.
Hij had toch zonder veel geweld de poort geopend… ‘Slechte fabricatie’. Hij gooide het achteloos weg tussen de weelderige border.
Maar goed, hij was op zoek naar de bakker. Naast zoete broodjes bakken had de dorps en kasteelbakker blijkbaar nog een hobby.
‘Wat een prachtige bloemen heeft u hier!’
De bakker beantwoordde de joviale handdruk met een slap handje.
‘Hoe heten deze ook alweer?’ De bakker keek weg.
‘Monnikskap’ klonk het zuur.
Jesse!
je moet beter je moest doen.
Schrijven is een ambacht en jij hebt wat te vertellen.
Zettum ‘op!
Rob.
Broeder Jesse,
En die naast de Monnikskap is de Vingerhoed.
Hou ze uit je bloed.
VmetdeVorK.