Het komt van onderuit oma’s nachtkastje, een fraai geborduurde zakdoek van fijn linnen. Hij ruikt vaag naar 4711.
Het doekje dwarrelt naar de grond. Een galante hand pakt hem op. Later, oma wuivend met het doekje bij het vertrek van de trein met daarin haar vriend, later mijn opa, die in het verre Ossendrecht lag. Oma een traantje wegpinkend met het doekje bij de begrafenis van haar moeder, mijn overgrootmoeder. Oma bet het zweet weg als ze op Mallorca is. De films van vroeger trekken levendig in mijn geheugen voorbij.
Een goedgevormde jongedame loopt voor me. Ze laat een tissue vallen. Hij waait in een plas en zuigt zich vol slijk. Na enkele minuten is er niets dan pulp over.
Mooi stukje @Jack
Prachtig, ook de titel!
Mooie tegenstelling tot vroeger en nu. Herkenbaar ook.