Het is zondagochtend en het ruikt heerlijk naar warme, afgebakken broodjes. Elke keer weer is het een feest. Ik snij de broodjes voorzichtig open en geef ze door aan mijn kinderen. Met glunderende gezichten beginnen ze aan hun zondagsritueel. Ze hollen de broodjes uit. Plukjes warm wit brood verdwijnen in hun mond. Het zijn een soort bootjes en ze besmeren ze met boter. Daarna wordt de hagelslag er in gestrooid. Ze vullen nog net niet het hele bootje op.
De eerste hap uit het broodje is het lekkerst. De hagelslag is bijna gesmolten en hun tanden zijn bruin. Zo eten ze, hapje voor hapje hun warme broodje op tot er geen kruimel meer over is. Het is genieten op zondag.
Ook stom. Er staat elke keer week en ik bedoelde natuurlijk elke keer weer. Lekker handig!
Aangepast
Een foutje is zo gemaakt, het gaat erom dat we ervan leren.
Wilma, heel beeldend, kan het ritueel gewoon bekijken!
Wilma, ik vind het een leuk bedacht thema.
Als een kritische noot: ik vind te veel herhalingen, d.w.z. woorden/informatie die je al hebt gegeven. Bijv zondagsritueel maakt “het is zondagmorgen” overbodig. De glunderende gezichten duiden er al op dat het “iedere keer een feest is”. Het kan compacter en dat geeft je dan ruimte om het beeld sterker te maken. Mee eens?
Ik snap wat je bedoelt. Volgende week maar weer oefenen op die 120 woorden. Het wordt overigens wel steeds leuker om te doen.
Mooi schetsje! Innig en vredig familietafereel.
Hartje!
Chris