‘Ik ben dokter De Witt. U bent binnengekomen met pijnklachten. Kan u even een paar vragen beantwoorden, mevrouw?’
Langzaam knikte ze ja. Alles zou ze doen als ze maar werd geholpen!
‘Moet u vaak plassen?’
‘Ja’
‘Kleine hoeveelheden?’
‘Uhu’
‘Is de urine troebel? Heeft u pijn tijdens en na?’
Met een van pijn vertrokken gezicht knikte ze.
‘Klopt, dokter!’
‘Als ik hier druk op uw onderbuik doet dat dan …’
‘AAAAAAAAAAAUW!’
‘Duidelijk ja … Mevrouw, ik vrees voor een blaasontsteking. Ik zou graag een urinestaal hebben zodat ik het verder kan laten onderzoeken en zien wat de oorzaak is, maar ik ben haast 100% zeker. Gaat dit lukken?’
‘Ik denk het wel, dokter.’
Met een aanblik vol leed slofte ze richting toilet.
Au,doet pijn je stukje,Stephanie. Misschien is urinemonster een beter woord dan urinestaal?
@Mathilde : dank voor de feedback. hier (Vlaanderen) vragen ze steeds achter een ‘staal(tje)’ , dus ik laat het maar zo .
@Stephanie,oh dan begrijp ik het. Prima zo.
dat sloffen geeft haar gemoedstoestand goed aan
@José : dank je!