Ze is verhuisd, en het is nog erg wennen. Ze kon niet gelijk aan de slag. Er bleek concurrentie. En waar het vroeger logisch was dat ze veel werd gebruikt, staat ze nu aan de kant. In de gangkast, om precies te zijn.
Zij is de koekjestrommel van mijn ouders. Een zeskantig geval met een druk motief, dat er door de jaren en de handen heen behoorlijk is afgesleten. Ik herken nog steeds het zuchtende geluid als de deksel wordt dicht gedaan.
In het huis van mijn ouders zat ze geregeld vol met zelfgebakken zandkoekjes, met een amandel erin, of de vorkafdruk.
Nu staat ze doelloos bij mij, onze koek is te groot.
Gelukkig zit ze vol met dierbare herinneringen.
leuk stukje Lisette over vergane glorie