“Ik zou graag een percolator willen hebben,” zei mijn moeder. Ze zat broos achter de geraniums van haar kleine verzorgingsflat. De percolator had ze al tijden geleden weggedaan. “Echt heel graag,” zei ze er breekbaar achteraan. “Om samen met Rebecca…” Ze doezelde weg in dromen.
Moeder had geld genoeg sinds de beursbloei van 2096, dus bespaarde ik kosten noch moeite om de antiquairs af te lopen voor zo’n vooroorlogse koffiezetter. Ik vond een fraaie, die goed bij het servies paste.
“Rebecca heeft er ook een,” glunderde moeder door de telefoon toen ik de aankoop bekend maakte. “Ik verheug me erop om samen naar de Starbucks te gaan.” Ze liet de camera zwenken naar Rebecca, die trots naast haar rollator stond.
Hai Jack. Speelt dit zich zover in de toekomst af? Denk je dat de camera, de Starbucks en de koffiezetter er dan nog zijn? Grappig.
Ja, dit is in de toekomst. Maar 120 woorden is weinig om een wereld te schetsen waarin een percolator iets heel bijzonders is. De beeldtelefoon wordt nog niet gebruikt, alleen als Skype, en Starbucks kan nog lang bestaan als koffietent (iets anders verzinnen was te omslachtig in aantal woorden).
Wat een leuk (toekomst) verhaal.
Een hartje gegeven.