Onze leraar wiskunde legde ons uit wat axioma’s waren. Je moest toch ergens vanuit kunnen gaan om andere zaken te kunnen bewijzen. Vanuit de vijf axioma’s bewezen we alle stellingen in de meetkunde die je je kunt voorstellen. Alles in drieën: Gegeven, gevraagd te bewijzen en het bewijs met als prachtige eindconclusie: QED, ofwel quod erat demonstrandum, hetgeen bewezen moest worden. En dat allemaal op basis van de axioma’s en eerder bewezen stellingen. Wat een boeiend vak was dat.
Naast de wiskundige axioma’s, die ook in onze boeken stonden, had hij er de eerste les nog twee op het bord geschreven:
Axioma 1: Ik heb gelijk.
Axioma 2: Mocht ik geen gelijk hebben, dan treedt automatisch regel 1 in werking.
@mas, Leuk geschreven. Door het einde, heb ik direct een gevoel bij de leraar.
@Desiree dankje. Het was een hele prettige leraar. En van axioma 2 heeft hij nooit gebruik hoeven te maken.
@Mas, sommige leraren hebben dat he? Een soort overwicht.
@Desiree klopt, maar wel positief bedoeld. Een leraar die zo interessant kon vertellen dat het vak leuk werd. Die had je, maar jammergenoeg niet allemaal.
Deze stelling heb ik van mijn broer geleerd en haal ik nog wel eens aan op het werk als iemand zegt “jij moet ook altijd gelijk hebben hè?”
@Mas Heel goed onthouden
@Daphier leuk! Overigens was het de tekenleraar die deze stellingen op het bord schreef. Maar voor de wiskundeleraar gold dit, vandaar dit stukje.
@Marianna klopt is echt onthouden, maar wiskunde was inderdaad een prachtig vak en dan onthoud je die dingen.
Hier schrijft volgens mij een tevreden leerling.
@Levja wij hadden inderdaad in de laatste klassen een bijzonder fijne leraar. Als iedereen altijd zulke leraren zouden hebben, dan denk ik dat het met het onderwijs een stuk beter gaat. Nou ja, dat denk ik dan.