Mijn moeder kan nauwelijks op haar benen staan. Ze zoekt steun bij het deurkozijn.
‘Ik ben blij als je zo opgehoepeld bent. Drie dagen rust…’
Ze slist. ‘Godallemachtig… Kijk nou eens naar jezelf!’ Ze kijkt me met lodderige ogen aan. Uitdagend. Ik ruik haar adem hier.
Het waakvlammetje dat in mijn buik huist, wakkert fel aan. Het laat mijn bloed suizen, de hete tentakels zoeken naar grip. Al mijn zes gedaantes verzamelen zich rond het kampvuur in mijn hoofd.
‘Rustig, rustig jongen, rustig.’
Ik gooi wat shirts in mijn rugzak. ‘Ik moest Sangria maken voor de bonte avond. Er staat voor jou ook wat in de koelkast.’
Het zal haar laatste feestje zijn. Ik gooi de deur dicht.
‘Dag moeders.’
Deze ook
Nu weet ik het zeker… Geen sangria deze zomer.
@Levja,
Nee, die kun je beter laten staan…
@Desiree, goed geschreven!