Ik ben bezig met de ultieme relatietest. Een heel weekend wijd ik me vol overgave aan mijn nieuwe speeltje. Niets is bij het oude gebleven, er is veel te ontdekken. Mijn honger is groot, ik gun me geen tijd voor het kersvers uit de bieb gehaalde handboek. Naarmate ik meer stoei met mijn nieuwe pc, neemt mijn frustratie toe. Niets werkt. Mijn lief schenkt wijn in. ‘Even een moment voor jezelf,’ zegt hij. ‘Je bent te gretig. Overdenk rustig je handelingen.’
‘Houd jij je maar bezig met hardlopen. Jij hebt meer verstand van een duurloop,’ snauw ik.
Als de maandag aanbreekt, vervloek ik Windows 8. Het systeem ligt plat, inclusief man. Tijd voor achterstallig onderhoud, ik begin met een ochtendkus.
De eerste alinea zou een inleiding kunnen zijn voor elke nieuwe uitdaging.
Waar de “ik” precies mee bezig is, snap ik niet. Iets met installeren?
En dan heeft ze uit frustratie haar man iets aangedaan, want die ligt plat, net als het systeem. Maar wat? Leeft hij nog?
Zijn nuchtere kijk werkt averechts. ‘Houd jij je nu maar bezig met hardlopen. Jij hebt meer verstand van een duurloop,’ snauw ik.
Het zal wel aan mij liggen, ik snap niet waarom dit ertussen staat. En aan de aanhalingstekens te zien zegt zij beide zinnen. Het leest als een opmerking van hem en een weerwoord van haar.
Thanks voor de feedback. Tekst enigszins geredigeerd.