Toen zij stierf, stierf ik ook. Of een deel van mij. Gelukkig stierf zij dus niet alleen.
Er gaan dagen voorbij dat ik niet meer aan haar denk. Men zegt dat dat beter is, een onderdeel van de verwerking. Zodat ik weer door kan gaan.
Soms moet ik toch weer aan haar denken. Een geur, een geluid, een woord… alles kan zo’n herinnering oproepen. Ik kan mij er niet tegen verweren. De pijn van het gemis maakt dat mijn maag zich verkrampt, dat ik weer tranen huil die ik te lang verstopt heb.
Ik zou niet anders willen. Want als ik om haar huil, is ze weer bij mij.
Zolang ik leef, leeft zij ook. Als een deel van mij.
Recente reacties