Mijn jeugdherinneringen, dwalen al zeven maanden rondjes in mijn hoofd.
Mijn moeder is in januari overleden. Sindsdien koester ik mijn herinneringen.
Nooit beseft dat deze herinneringen mij zo dierbaar zouden worden.
Niet nu al. Al die keren dat ze thuis op me zat te wachten met een kopje thee.
Al die keren dat ze mij troostte als ik verdriet had.
Al die keren dat ze voor mij klaar stond. Ik heb ze nu allemaal lief.
Ik ben blij dat mijn moeder een groot deel van deze herinneringen een rol heeft.
Ze is en blijft hierdoor altijd bij mij. Dat maakt het weer tot een nieuwe herinnering.
Andrea, mooi, alleen de voorlaatste zin loopt niet, na mijn moeder moet in of bij staan.
Sterkte!
Jose van Rosmalen, je heb gelijk ik lees het nu ook. Bedankt.
Conny Hoogendoorn, bedankt voor het medeleven. Ik mis haar vreselijk. Schrijven helpt een heel klein beetje.