Onderin de doos vind ik een beduimelde foto. Ik neem ‘m tussen mijn vingers en kijk naar het tafereel dat meteen van alles in me oproept. Ik ruik weer de geur van haar regenjas. Hoe het voelde om door haar lange, zachte krullen te woelen. Mijn lippen in haar hals, terwijl mijn armen haar stevig omklemden en ze met haar benen schrijlings over de mijne zat. Kennismakingskamp van de middelbare school. Toen bestond het leven uit niets anders dan wat daar gebeurde, om je heen en op dat moment. Met die mensen, met haar. Het hier en nu was het enige dat ertoe deed. Nu is het niet meer dan een jeugdherinnering. Maar het is niet voor niets geweest, Gerda.
die jeugdliefde die je bijblijft..