Men had hem als een niemendalletje ingeschat. Niemand zou gekomen zijn als hij de enige was die zou optreden. Wie was hij eigenlijk, die dichter? Met het kleinste lettercorps stond hij vermeld op het affiche. Bijna onzichtbaar in de hoek gezet, door de kleur van de letter en de kleur van de achtergrond nauwelijks leesbaar. Geprogrammeerd als tussengerecht tussen de hoofdacts: hij mocht tijdens de pauze. Als het publiek aan de boemel ging, mocht hij zijn teksten zeggen.
Maar vanaf zijn eerste zin zag ik sommige mensen omkijken.
“Sttt!†werd er geroepen. Het geroezemoes verstomde en de meesten keerden terug. Met open mond hoorden ze hem aan, terwijl hij vol vuur de teksten declameerde van de dichter die hij liefhad.
@Mas, een mooi verhaal en goed verteld.
Kijk nog even naar:
– Wie was die dichter hij eigenlijk?
@Ineke tnx. En inderdaad, die zin is 10 keer veranderd en dan blijft er rommel in staan… hij is aangepast naar de allereerste versie.
@Mas mooi gladgestreken
Heel mooi!
Ik zie tegen het einde wel een tegenstrijdigheid in het perspectief.
Eerst heet het:
[Maar vanaf zijn eerste zin zag ik sommige mensen omkijken.]
Daarna:
[Met open mond hoorde ze hem aan,…]
Ik denk dat je voor twee keer ‘ze’óf twee keer ‘ik’ moet kiezen.
@Mas, eens met @Hay
Mooi stukje Mas.
Ik dacht bij die laatste zin dat het 'hoorden ze' met n moest zijn, waarbij 'ze' dan op 'de meesten' slaat.
@Hay @Ineke @Inge je hebt gelijk. Natuurlijk moet daar een n achter en daarmee is volgens mij ook de tegenstrijdigheid opgelost.
Ik ben hier de toeschouwer, zoals ik dat vaker ben…
Dat was inderdaad de tweede mogelijkheid.
Mooi @Mas, dat is toch de droom van elke dichter?
Mooi beschreven en weer een andere invulling.
Mooi geschreven. Schrijnend.
mooi Mas, hoe de terloopse dichter de aandacht boeit